MD PROJECT

 

DE DROGER

Momenteel zijn wij met een projectgroep een droger aan het demonteren.

 

 

Om het resterendevocht snel uit het wasgoed te verwijderen, kan een droog-machine

worden gebruikt. Bij eenvoudige drogers wordt lucht uit de omgeving aange-zogen en via een

verwarmingsspiraal in de trommel geblazen. Het vocht in het textiel verdampt en wordt via een pluisfilter naar

de buitenlucht geleid. Bij condensatiedrogers circuleert de lucht in een kringloop en wordt het vocht in

een warmtewisselaar gecondenseerd. Luchtgekoelde drogers slaan het condenswater in een reservoir op,

terwijl drogers met een watergekoelde warmtewisselaar een wateraansluiting nodig hebben; het koel- en condenswater

wordt gezamenlijk afgepompt. Tijdens het drogen wordt het wasgoed in een draaiende trommel door ribben meegenomen;

de voortdurende beweging maakt het luchtiger. Hoe lang moet worden gedroogd, hangt ervan af of het wasgoed vervolgens met de hand of machinaal wordt gestreken of direct in de kast wordt gelegd. Bij automatische drogers moet daarom de vochtigheid van het wasgoed worden gemeten; dat kan op verschillende manieren. Hoe droger het wasgoed is, hoe minder de ingeblazen war-me lucht (temperatuur tot 85°C) in temperatuur daalt. Het temperatuurverschil wordt met twee sensoren gemeten. De elektrische weerstand van vochtig wasgoed is afhankelijk van de hoeveelheid vocht die het bevat;

met behulp van weerstandsmeters kan zo worden bepaald wanneer het wasgoed klaar

is om gestreken te worden. Voor kastdroge was wordt met elektroden de elektrostatische lading van het wasgoed gemeten.

Eenvoudiger wasdrogers werken met een mechanische of elektronische timer. De tijd

wordt dan ingesteld op basis van ervaring.

 

WTB pagina